22 juli

22 juli 2014 - Jambanjãli, Gambia

Het is al weer dinsdag, in onze laatste week in Gambia. Wat vliegt de tijd! Vandaag staan er verschillende dingen op het werkprogramma. We willen de matten afmaken, betonvloeren storten en deels afwerken en het dak op de bibliotheek en staffroom moet afgemaakt worden. We zijn dus al weer vroeg uit de veren en sloffen naar de veranda waar we ontbijten. Nadat we de bediening geattendeerd hebben op wat beschimmeld brood en een kan met sap vol fruitvliegen, kunnen we beginnen met een goede bodem voor de werkdag. U zult thuis wel denken: “Gatver, dat is toch niet normaal in een hotel?” En daarin heeft u ook wel gelijk, maar heel eerlijk: we bekijken alles wat we eten met heel andere ogen sinds we de armoede gezien hebben hier. Wij kunnen tenminste in de ochtend ontbijten en nog kiezen tussen verschillende broden ook! Dus vandaag kozen we voor het brood dat niet beschimmeld was.

Als we aankomen op de school is Banka er nog niet. Maarten (van Stichting Bouwen) is er al wel. We bespreken alvast de taken voor vandaag en gaan dan onder de boom zitten wachten tot Banka arriveert met de sleutel. Zodra we bij de materialen kunnen starten de fanatieke vlechters met de laatste mat. In het lokaal waar we vandaag de vloer willen storten maken we de zandlaag glad, plaatsen we folie, snijden we de poeren uit en dan komt de mooiste klus: een betonmat van 7 bij 5 meter optillen en over de bestaande muren in het lokaal te laten zakken. Dit alles moet gebeuren zonder dat de muren beschadigen, zonder dat de mat uit model gaat en zonder beschadigingen aan mensen. En zelfs dat lukt want: vele handen maken licht werk.

Op de vloeren die we gisteren gestort hebben brengen de werkmannen een afdeklaag aan en dan kunnen we weer door met betondraaien. 3 emmers met water, 3 manden met stenen, 2 met zand en 1 met cement. Zodra de mix goed is, gieten we de drie kruiwagens vol en kunnen we ze in de lokalen storten. We werken uren achter elkaar en lossen elkaar wat af. Dan komt onze ‘hoofdvlechter’ ineens op ons af en roept dat de matten klaar zijn. Geweldig nieuws! Vol energie stort Lonneke zich nu op haar nieuwe klus: helpen met het betondraaien. Ze heeft natuurlijk ook wel zin in lichamelijk zwaar werk, zeker als je al dagenlang die ijzerdraadjes aandraait. Ze schept de emmers vol met zand en stenen. Ze kijkt hoe Stef met één van die werkmannen steeds de emmers leegt in de betonmolen en je ziet haar denken: “Dat moet ik toch ook geprobeerd hebben?” Ze grijpt haar kans zodra de collega van Stef even bij het vullen van de jerrycans gaat kijken. Samen met Stef tilt ze de emmers stenen op en gooit ze in de betonmolen. Ondertussen komt Stefs collega weer teruglopen en neemt de gevulde emmer met cement mee en zet die vast vlakbij de betonmolen, net achter Stef en Lonneke… U voelt het aankomen…. Lonneke leegt een emmer in de betonmolen, zet een stap naar achter en stapt vol in de emmer met droog cement. Het is 1 grote stofwolk en wij liggen in een deuk van het lachen. Zodra het stof opgetrokken is, zien we een grijs/wit spook staan dat in een enorme lachstuip verkeert. Het betondraaien, vloeren gladmaken, kruiwagens rijden en emmers vol scheppen ligt heel even stil omdat iedereen komt kijken waar dat gebulder vandaan komt… Maar, we zijn echte Hollanders: tijd is geld, dus: doorwark’n!

De voorkant van het dak van de bibliotheek hebben we vandaag ook verwijderd en er ligt aan het einde van de dag zelfs een nieuw dak op. Het is een prachtig rood dak geworden en het is waterdicht! Karel, Jennifer en Mellany zijn vanmiddag zelfs wat langer gebleven om het af te maken! De bikkels!

Tegen de tijd dat het betondraaien klaar is en de volledige vloer in lokaal 4 is gestort, staan we eigenlijk een beetje te wachten op werk. Er kan nog een afdekvloer gemaakt worden, dus dat gebeurt. Ondertussen wil Banka een ijzerwerk vlechten dat we bovenop de nieuwe muur kunnen leggen zodat we daar een bekisting omheen kunnen maken en dat vol kunnen storten met beton. Het is dus weer knip- en vlechtwerk… ach, ff de schouders er onder en klaar is het. De bekisting timmeren en beton storten laten we over aan Banka en zijn mannen. We besluiten dat het mooi geweest is voor vandaag. De rest van de middag proberen we te relaxen bij het zwembad of het strand.

Nu ik dit typ, zit ik op een bedje aan het strand. Normaal is hier bijna niemand, maar voor mij liggen twee groepen Gambiaanse mannen en vrouwen met hun kinderen. Ze zien er zeer gezond en rijk uit. Ze hebben eten bij zich en bestellen van alles bij het hotel. Ze laten de jongens die de matrasjes brengen voor je bedje, voor van alles en niks komen opdraven. De drank vloeit rijkelijk. De kleding die ze dragen, ziet er westers en duur uit. Het is vandaag een nationale feestdag in Gambia, het is namelijk zoveel jaar geleden dat de president aan de macht kwam (met veel geweld!). Om dat te vieren heeft hij besloten dat al het overheidspersoneel op deze dag verplicht vrij is, maar dat gaat toch wel wat anders dan in Nederland, want hier krijgt men deze dag niet betaald. De mensen die hier voor mij zitten nemen het er lekker van en merken die ene dag ‘geen loon’ blijkbaar niet. Maar zouden zij ook denken aan hun landgenoten… sterker nog: hun collega’s? Want het onderwijzend personeel, dat ook tot de overheid behoort, krijgt op deze dag ook geen geld! Nu ineens moet ik denken aan vanmorgen, op het schoolplein. Eén van de docenten (Sally) kwam langs omdat zij oude golfplaten van de school wilde kopen. Zij wil daarmee een schuurtje maken. Ze koopt er 15 voor 225 Dalasi (4 euro). Egbert vraagt haar of ze genoeg heeft aan deze platen. Zij antwoordt dat ze eigenlijk het dubbele nodig heeft, maar dat ze daarvoor eerst weer een tijd moet sparen. Vier euro! Waar hebben we het nou over! De mensen voor mij, kunnen het makkelijk missen want zij bestellen hier voor behoorlijk wat meer geld dan die schamele vier euro. Heerlijk hoor, als je alles kunt doen en laten, maar ik durf rustig te zeggen dat wij anders zijn gaan kijken naar onze rijkdommen en dan vooral hoe we daar mee om willen gaan. Als ik dan de jongeren vandaag en gisteren hoor praten over cadeautjes (rijst of kleding of speelgoed) die ze willen kopen voor hun ‘huisbezoekmaatje’. Dan had ik hen graag in gesprek willen laten gaan met de mensen hier voor mij!

Dagevaluatie:
Annemieke opent met een verhaal over genoeg hebben aan alles wat je hebt.
Robin leest uit Matteüs 13: 47-58
Egbert vult aan: Zo, de gelijkenissen worden steeds pittiger. Zeker als er vuurovens aan te pas komen. Laten we beginnen met vissen met een sleepnet. Hoe dat vissen er toen ongeveer aan toe ging hebben wij afgelopen weekend hier kunnen zien. Het is al een tijdje terug verboden door de overheid hier. Dit omdat in het gedeelte waar gevist wordt, alles uit de zee wordt getrokken en het ten koste gaat van alle soorten die niet gegeten worden. Ellen en ik liepen een eindje over het strand en in eerste instantie dachten wij dat er twee groepjes van elk ongeveer zeven a acht vissers bezig waren. Na een tijdje kwamen we er achter dat het één groep was. Ze stonden zo’n honderd meter uit elkaar. Wat blijkt: het is een net van ruim honderd meter tussen hen in, met aan beide einden een ongeveer net zo’n lang touw. Het net wordt met een bootje in zee gebracht en over de volle honderd meter lengte langzaam over boord gezet. Later halen beide groepjes het aan land. Een verschrikkelijk lang en zwaar werkje. Als het uiteindelijk aan land komt, worden er de mooie vissen uitgehaald en verdeeld en de rest wordt achteloos op het strand achtergelaten of blijft in het net verstrikt zitten. Nou wil ik qua afloop, liever geen van beide vissen zijn. Jezus bedoelt met zijn vergelijking dat de vissen die worden uitgezocht als mooi, de uitverkorene zijn en de rest zal in een vuuroven geworpen worden. Het hellevuur. In mijn fantasie zie ik een actieve vulkaan die een open doorgang heeft met het binnenste van de aarde, brrrr. Mochten jullie nu op het puntje van de stoel zitten met een prangende vraag van oe wie wat en wanneer…. daar heb ik geen antwoord op. Jezus heeft daar een mooie duidelijke utleg over. Hij geeft aan dat de “kwaadwillende van de rechtvaardigen worden gescheiden”. Daar houd ik me maar aan vast. Stel: er overkomt je iets waarbij je iets doet in een reactie waarvan je achteraf denkt van oeps, dat zal Jezus niet zo bedoeld hebben. En als je dan maar bereid bent om je fouten te onderkennen en de eventuele benadeelde, dit kan ook God zijn, nog je excuses aanbieden, dan ben je volgens mij een rechtvaardig mens zeker in je hart.
En dan nog de ene opmerking van Jezus, in het laatste stukje waar hij in zijn vaderstad is: “Nergens word een profeet zo miskend als in zijn eigen stad en in zijn eigen familie”. Laat ik die eens kopiëren naar onze situatie van “Jeugd voor Gambia”. Kijk ik naar de Oosterkerk, dan moeten we inderdaad zeggen dat het zeker niet klopt, maar daar wat verder omheen? Ik heb een vriend die altijd zegt: “Dichtbij is er armoede genoeg.” Meestal knikte ik en gaf hem gelijk. Volgende keer ga ik graag de discussie met hem aan over arm en arm. Kijk ik naar mijzelf bij andere acties, dan geven we altijd wel wat, maar zijn toch ook erg druk met ons eigen wereldje. . en als iemand verder niets met de Oosterkerk te maken heeft of één van jullie niet persoonlijk kent, waarom zou hij of zij iets geven? Er is zoveel te geven en als je er ook nog niet eens beter van wordt?
Kijk dan die mensen in Gambia. Of het nu op de school is of ergens op een markt verder van de school, de lof en het respect die je krijgt van de mensen hier, zodra je vertelt dat je hier bent om een school te restaureren: dat is gewoon heerlijk.
Laten we net als deze mensen hier, in ons dagelijks leven in Nederland, meer dankbaarheid en liefde geven. Je kan er misschien niet van leven, maar het maakt je leven een stuk mooier. Zeker in de ogen van Jezus.


Ervaringsrondje: Mellany, Jennifer en Karel hebben vandaag lang doorgewerkt (tot 17.00 uur!). Het dak is helemaal af en dat geeft een goed gevoel. Het cement maken, ging als een tierelier. Wij vonden het lastig op het moment dat we even niks (of weinig) te doen hadden. Wij werken dan efficiënter dan de Gambianen. We willen voorbereiden en vooruitdenken maar de Gambianen werken niet zo. We vonden het wederom een geweldige dag maar we merken toch echt wel aan onszelf dat we moe zijn. En dan heb je soms ook nog last van lichamelijke klachten… dat is niet altijd een lekkere combi. Vanavond gaan velen van ons direct na het eten naar bed. Nog even een nachtje bijtanken!!

Foto’s

9 Reacties

  1. Ilse en Jeroen:
    23 juli 2014
    Ha toppers, zo vlak voor het slapen gaan lezen we iedere avond de verhalen van jullie. Het is haast niet voor te stellen in wat voor wereld jullie je bevinden. Fantastisch om te zien hoe blij men met jullie is en hoe mooi het is om te delen!
    De school schiet al mooi op en de bibliotheek ook zo te lezen.
    Toppers dat jullie het in de hitte zo goed volhouden! Nog een klein weekje doorzetten.
    Geniet van de hartelijkheid van de gambianen, die missen we in Nederland nog wel eens.

    Succes nog, we zijn super trots op jullie!
    Groet'n uut Zwolle
  2. Marja Leasa:
    23 juli 2014
    Als ik terug denk aan Egbert, die zich geroepen voelde om 2 jaar geleden dit project op te starten , dacht ik er aan, dat God hem déze visie heeft gegeven.
    En als je gehoor geeft aan de visie die God in je hart legt, je de garantie krijgt om dit in Zijn kracht te doen.
    Zonder Zijn kracht was het een onmogelijke klus geweest om binnen zó'n korte tijd zovéél te doen.
    Daarom dank ik God voor wat Hij in jullie heeft bewerkstelligd.
    Zijn zegen ontvingen jullie om tot zegen te zijn voor de bevolking van Gambia.
  3. Mariette Prins:
    23 juli 2014
    Tja mensen, ik kan me voorstellen dat bij sommige mensen 'de benzine' op begint te raken. Zoveel lichamelijk werk in die hitte.
    Gelukkig geld dit niet voor de geestelijke energie en betrokkenheid !
  4. Nelleke van der Zwaard:
    23 juli 2014
    Nou, dat hebben jullie wel verdiend hoor: een goede nachtrust. Ze zeggen niet voor niets dat de laatste loodjes het zwaarst wegen... Ik denk dat iedereen trouwens wel mee heeft gelachen met de aanstekelijke lach van Lonneke, nadat ze in de emmer was gestapt. Ook een manier om vies en stoffig te worden, haha.
  5. Wim:
    23 juli 2014
    Wederom een mooi verhaal. Nu het einde van het project toch duidelijk in zicht begint te komen is het mooi om te lezen hoe de afzonderlijke onderdelen stuk voor stuk afgesloten kunnen worden.

    Na deze lange tijd zulk zware arbeid te hebben geleverd in ongewone condities voor de gemiddelde Nederlander hebben jullie elk recht ertoe om je moe te voelen. Des te mooier dat jullie elke ochtend jezelf weer hebben opgeladen om aan de slag te gaan.

    Veel succes nog met de laatste dagen.
  6. Jan en Herma:
    23 juli 2014
    Het zijn met recht dus de laatste lootjes. Nou dat jullief moe zijn....geen wonder. Wat eenwerk hebben jullie verricht. Licamelijk maar ook geestelijk. Enorm trots zijn we op jullie. We kunnen ons voorstellen dat jullie in een deuk lagen om het spook Lonneke.we zullen de verhalen en de overdenkingen missen. Nog even bikkelen en dan het afscheid daar, ook dat zal weer zwaar zijn.
  7. Izzy:
    23 juli 2014
    Hou nog even voor allemaal. Voor je het weet zit je weer in Nederland en zit het project er voor jullie op. Top dat alle maten klaar zijn en er een dak klaar is!! Ga zo door ondanks de vermoeidheid. Geef alles wat je hebt en ga dan straks met een goed gevoel weer naar huis ;)
  8. Lammie jan pascal:
    23 juli 2014
    Nog 2 dagen dan zit het erop met de mega klus mooi wark verricht . Wij zijn super trots op jullie allemaal wat er gedaan is. Manon geweldig hardstikke trots op jou en heel leerzaam . Groetjes van ons
  9. Biemolt:
    23 juli 2014
    Wat een team, doorgaan tot het bittere eind, maar ook fijn als je teruggaat en het is echt af.
    Topprestatie van jullie allen, en trots op onze Mellany dát ze doorgaat ook al heeft ze last van de longen, zet hem op nog even en geniet van het eindresultaat en wat jullie vóór deze mensen hebt kunnen doen.
    Dit gevoel vergeet je nooit weer.
    Fijne dag morgen en geniet en pluk de dag
    Janny Biemolt