6 juli
6 juli 2014 - Jambanjãli, Gambia
We ontbijten wederom om 9 uur. Om tien uur worden we opgehaald door onze taxichauffeurs. We gaan de omgeving (binnenlanden) verkennen. Een aantal van ons zijn wat gespannen omdat we niet goed weten wat ons te wachten staat. Wat gaan we zien, wat gaan we voelen en hoe hard komen dingen bij mij binnen?
Zodra we de verharde weg verlaten en de rode zandwegen vol kuilen voor ons opdoemen zien we eenvoudige huizen gemaakt van golfplaten en/of stenen. Mensen zitten buiten en zwaaien naar ons. We zien de koeien en geiten vrij rondlopen en we krijgen een uitleg bij een termietenbult. Alhagy leidt ons. Plots stopt hij en plukt een vrucht van de boom. In beide auto’s komt hij uitleggen dat het een cashewnoot is. We ervaren het als bijzonder want velen van ons hebben nooit geweten dat 1 cashewnoot op 1appelachtige groeit. Elke cashewnoot moet dus met de hand geplukt en ontmanteld worden.
We rijden steeds dieper de binnenlanden in en de beelden worden steeds schrijnender. Kinderen rennen achter ons aan en roepen: “mintie, mintie”. Dat betekent ‘snoepje’. De huizen worden eenvoudiger en we zien de daken van palmbladeren, de hekken van palmbladeren en manden die gevlochten worden van dezelfde bladeren. Mensen gebruiken alles wat ze hebben voor zoveel mogelijk verschillende dingen. Multifunctioneel die palmbladeren. We komen in het dorp waar Alhagy woont. We worden begroet door een groep van 50 kinderen. Misschien waren het er nog wel meer. Onwennig stappen we uit. We worden bekeken en wij kijken onze ogen uit. Daar sta je dan… midden in Gambia… een dorp, kleine eenvoudige huizen en ineens voel je een klein handje in de jouwe. Er is contact, een blik, een aanraking. Iedereen reageert anders; de een zingt en danst met de kinderen, een ander maakt foto’s en bekijkt ze met de kinderen en weer een ander kijkt van afstand toe en houdt het overzicht. We ervaren het alsof we worden aangeraakt; letterlijk en figuurlijk. Communiceren kun je ook op deze manier doen. Kinderen pakken je hand en zeggen daarmee dat ze blij zijn dat jij er bent…. Indrukwekkend!
We vervolgen onze tocht op platte karren die getrokken worden door een ezel. We krijgen een tour door het dorp. Iedereen zwaait en lacht, kijkt en groet, deelt en geeft. We zingen liedjes met de mannen die meelopen. We zingen voor elkaar en met elkaar. We genieten van de dingen die we zien en die we ervaren. Het is bloedheet maar er wordt geen seconde geklaagd. We voelen aan dat dit uniek is.
Na deze ervaringen nemen we afscheid van de kinderen en rijden we een tijd in de auto’s. Bij een boom stoppen we en eten we ons broodje. We evalueren alvast de eerste indrukken en benoemen wat we voelen, zien en ervaren. Natuurlijk vloeit er een traan… mensen zijn zo gelukkig hier terwijl ‘wij’ moeite hebben met delen omdat we eigenlijk altijd druk zijn met dingen die we ook nog willen hebben.
Het einde van de middag brengen we rustig door aan Paradise Beach. Met recht een paradijs! Prachtig! Het is goed om even in een andere wereld te zijn. Typerend is wel dat de blanken op het strand liggen op bedden en donkere mensen werken, bedienen of jagen andere donkere mensen weg die te dicht bij de blanken in de buurt komen. Ook dat wordt gezien door de jeugd en daar wordt over gesproken. We worden aangesproken en begeleid door 4 Gambiaanse mannen die we tegenkomen op het strand. Ze laten ons de vissersboten zien en de tafels waarop de vrouwen vis laten drogen en de vis zouten. Uiteindelijk betalen we 50 Delassi (1 euro) voor deze spontane rondleiding van een half uur.
Op de terugweg worden we ineens van de weg gehaald. Militairen en politie racen ons tegemoet. Jeeps met militairen met geladen wapens. Dure auto’s scheuren aan ons voorbij. De minister president racet voorbij met zijn complete gevolg. Militairen, politie, ambulance en een touringbus met daarin het eten voor deze meneer. Hij is 19 jaar aan de macht maar zorgt niet voor zijn volk en voor zijn land. Zodra men hem tegenspreekt ‘verdwijnen’ deze kritische mensen. De president is niet populair in dit land.
Dagevaluatie:
Lonneke leest uit Matt 11: 16-30 Waarmee zal ik jullie generatie vergelijken?
Egbert sluit aan met een stuk eigen tekst. Wat wordt er tegenwoordig gezegd over “de jeugd van tegenwoordig”. Is dat vaak positief of juist niet? Vandaag reden we op een platte wagen door een dorp. In de dorpen rondom Hoogeveen is het gebruikelijk dat sportkampioenen rondgereden worden op een platte wagen. Misschien wordt ons Nederlandse voetbalteam binnenkort ook wel zo rondgereden. Vandaag waren jullie de kampioenen: de kampioenen van de Oosterkerk. Laten we het eenvoudig houden en eenvoudig zijn. Laten we het juk gewoon opnemen en dragen. Dat is wat er van ons verwacht wordt.
Bij de dagevaluatie noemen de jongeren een aantal belangrijke dingen die ze ervaren hebben: de mensen zijn blij met wat ze hebben en stralen dat uit. Dat zouden we in Europa meer moeten hebben. Waarom delen we zo weinig, waarom zijn we niet tevreden met de dingen die we hebben. Een nieuwe telefoon is uit en die willen we direct hebben. De manier van leven in dit land is zo bijzonder. Het geluk straalt van de mensen af. We vinden de bevolking fantastisch en het land zo mooi! Hier is men tevreden met wat men heeft. Wij hebben alles en kijken direct naar wat we nog missen.
Als drie generaties zijn we bij elkaar en werken we aan 1 doel. We vinden het bijzonder dat we dit mogen doen uit naam van de Oosterkerk. We voelen de steun. We hebben zin in onze eerste werkdag morgen.
De president, zijn manier van werken en vervoer, vinden we verschrikkelijk. Waarom kijkt deze man niet naar zijn mensen maar moet iedereen naar hem kijken? Als hij zijn blik eens zou richten op zijn land, zijn volk en niet op zichzelf en zijn macht, dan zouden wij misschien hier niet nodig zijn. We zijn er stil van…
Zodra we de verharde weg verlaten en de rode zandwegen vol kuilen voor ons opdoemen zien we eenvoudige huizen gemaakt van golfplaten en/of stenen. Mensen zitten buiten en zwaaien naar ons. We zien de koeien en geiten vrij rondlopen en we krijgen een uitleg bij een termietenbult. Alhagy leidt ons. Plots stopt hij en plukt een vrucht van de boom. In beide auto’s komt hij uitleggen dat het een cashewnoot is. We ervaren het als bijzonder want velen van ons hebben nooit geweten dat 1 cashewnoot op 1appelachtige groeit. Elke cashewnoot moet dus met de hand geplukt en ontmanteld worden.
We rijden steeds dieper de binnenlanden in en de beelden worden steeds schrijnender. Kinderen rennen achter ons aan en roepen: “mintie, mintie”. Dat betekent ‘snoepje’. De huizen worden eenvoudiger en we zien de daken van palmbladeren, de hekken van palmbladeren en manden die gevlochten worden van dezelfde bladeren. Mensen gebruiken alles wat ze hebben voor zoveel mogelijk verschillende dingen. Multifunctioneel die palmbladeren. We komen in het dorp waar Alhagy woont. We worden begroet door een groep van 50 kinderen. Misschien waren het er nog wel meer. Onwennig stappen we uit. We worden bekeken en wij kijken onze ogen uit. Daar sta je dan… midden in Gambia… een dorp, kleine eenvoudige huizen en ineens voel je een klein handje in de jouwe. Er is contact, een blik, een aanraking. Iedereen reageert anders; de een zingt en danst met de kinderen, een ander maakt foto’s en bekijkt ze met de kinderen en weer een ander kijkt van afstand toe en houdt het overzicht. We ervaren het alsof we worden aangeraakt; letterlijk en figuurlijk. Communiceren kun je ook op deze manier doen. Kinderen pakken je hand en zeggen daarmee dat ze blij zijn dat jij er bent…. Indrukwekkend!
We vervolgen onze tocht op platte karren die getrokken worden door een ezel. We krijgen een tour door het dorp. Iedereen zwaait en lacht, kijkt en groet, deelt en geeft. We zingen liedjes met de mannen die meelopen. We zingen voor elkaar en met elkaar. We genieten van de dingen die we zien en die we ervaren. Het is bloedheet maar er wordt geen seconde geklaagd. We voelen aan dat dit uniek is.
Na deze ervaringen nemen we afscheid van de kinderen en rijden we een tijd in de auto’s. Bij een boom stoppen we en eten we ons broodje. We evalueren alvast de eerste indrukken en benoemen wat we voelen, zien en ervaren. Natuurlijk vloeit er een traan… mensen zijn zo gelukkig hier terwijl ‘wij’ moeite hebben met delen omdat we eigenlijk altijd druk zijn met dingen die we ook nog willen hebben.
Het einde van de middag brengen we rustig door aan Paradise Beach. Met recht een paradijs! Prachtig! Het is goed om even in een andere wereld te zijn. Typerend is wel dat de blanken op het strand liggen op bedden en donkere mensen werken, bedienen of jagen andere donkere mensen weg die te dicht bij de blanken in de buurt komen. Ook dat wordt gezien door de jeugd en daar wordt over gesproken. We worden aangesproken en begeleid door 4 Gambiaanse mannen die we tegenkomen op het strand. Ze laten ons de vissersboten zien en de tafels waarop de vrouwen vis laten drogen en de vis zouten. Uiteindelijk betalen we 50 Delassi (1 euro) voor deze spontane rondleiding van een half uur.
Op de terugweg worden we ineens van de weg gehaald. Militairen en politie racen ons tegemoet. Jeeps met militairen met geladen wapens. Dure auto’s scheuren aan ons voorbij. De minister president racet voorbij met zijn complete gevolg. Militairen, politie, ambulance en een touringbus met daarin het eten voor deze meneer. Hij is 19 jaar aan de macht maar zorgt niet voor zijn volk en voor zijn land. Zodra men hem tegenspreekt ‘verdwijnen’ deze kritische mensen. De president is niet populair in dit land.
Dagevaluatie:
Lonneke leest uit Matt 11: 16-30 Waarmee zal ik jullie generatie vergelijken?
Egbert sluit aan met een stuk eigen tekst. Wat wordt er tegenwoordig gezegd over “de jeugd van tegenwoordig”. Is dat vaak positief of juist niet? Vandaag reden we op een platte wagen door een dorp. In de dorpen rondom Hoogeveen is het gebruikelijk dat sportkampioenen rondgereden worden op een platte wagen. Misschien wordt ons Nederlandse voetbalteam binnenkort ook wel zo rondgereden. Vandaag waren jullie de kampioenen: de kampioenen van de Oosterkerk. Laten we het eenvoudig houden en eenvoudig zijn. Laten we het juk gewoon opnemen en dragen. Dat is wat er van ons verwacht wordt.
Bij de dagevaluatie noemen de jongeren een aantal belangrijke dingen die ze ervaren hebben: de mensen zijn blij met wat ze hebben en stralen dat uit. Dat zouden we in Europa meer moeten hebben. Waarom delen we zo weinig, waarom zijn we niet tevreden met de dingen die we hebben. Een nieuwe telefoon is uit en die willen we direct hebben. De manier van leven in dit land is zo bijzonder. Het geluk straalt van de mensen af. We vinden de bevolking fantastisch en het land zo mooi! Hier is men tevreden met wat men heeft. Wij hebben alles en kijken direct naar wat we nog missen.
Als drie generaties zijn we bij elkaar en werken we aan 1 doel. We vinden het bijzonder dat we dit mogen doen uit naam van de Oosterkerk. We voelen de steun. We hebben zin in onze eerste werkdag morgen.
De president, zijn manier van werken en vervoer, vinden we verschrikkelijk. Waarom kijkt deze man niet naar zijn mensen maar moet iedereen naar hem kijken? Als hij zijn blik eens zou richten op zijn land, zijn volk en niet op zichzelf en zijn macht, dan zouden wij misschien hier niet nodig zijn. We zijn er stil van…
Sterkte morgen op jullie eerste werkdag.
Wie zich gelukkig voelt met het geluk van anderen, bezit een rijkdom zonder grenzen...
Hoe goed ook bedoeld maar wees voorzichtig met uitspraken over de regering van dit land.
Jullie zijn kanjers!!
Ik hoop, dat de bevolking daar net zo blij met jullie zullen zijn als wij hier in Hoogeveen.
Jullie zijn 48.000 km van ons verwijderd, maar door jullie blog brengen jullie Gambia zó dichtbij!!
Dank je wel daarvoor!
Allemaal een groet van ons, geniet en werk ze voor de mensen daar. Wat een mooie verhalen, nu al.
Groetjes Otto en Corrie
Groetjes
Wij hadden toen Alhagy ook als taxi chauffeur. Doe hem de groeten maar. Hij kent me vast nog. Marco de Toyota monteur.
Veel plezier en pas goed op.